Informatie en veelgestelde vragen

Op deze pagina wordt antwoord gegeven op veel gestelde vragen. Ook wordt een stuk over het “fight-flight-freeze” syndroom gedeeld door gedragsdeskundige Esther Platell. Verder heeft Celina Willemsen een stuk over de introductie van de hond met katten geschreven.

Mocht je nog vragen hebben, schroom niet om contact op te nemen!

Informatieve stukken

Fight or flight, een systeem waar we allemaal in meer of mindere mate mee te maken hebben. Zowel wij als mensen als onze honden. een natuurlijk systeem dat ons behoedt voor groot gevaar. Want natuurlijk heeft het een functie. Het zorgt ervoor dat we reageren als er gevaar dreigt. Maar soms kan het ons ook in de weg zitten. Zeker als we spreken van situaties waarin we graag zouden willen leren maar we in onze vecht- of vluchtmodus schieten en we niet meer helder kunnen nadenken maar we puur instinctief reageren. Met een simpel voorbeeld willen we je de kern laten voelen hoe zoiets werkt. Stel, jij en ik zitten in de huiskamer en opeens is hij daar… die dikke grote harige zwarte spin op de muur. Ik geef niet zoveel om spinnen, jij daarentegen bent daar heel erg bang voor. Intern kunnen er dan bij jou 3 dingen gebeuren:

1 Je bent verlamd van schrik en durft niet meer te bewegen. (Freeze)
2 Je springt op en probeert de kamer uit te vluchten. (Flight)
3 Je springt op en je eerste reactie is een grote schoen zoeken en de spin plat te slaan. (Fight)

 

In een fractie van een seconde zal 1 van deze acties instinctief, vanuit je reptielenbrein, aangezet worden. Zolang de spin nog op de muur zit hoef ik niet te proberen om jou iets aan te leren. Je hebt simpelweg geen ruimte om nieuwe kennis tot je te nemen. De kans dat er iets blijft hangen als ik je op dat moment ga vertellen hoe worteltrekken in wiskunde werkt is simpelweg nihil. Eerst moet de spin weg, dan komt er weer ruimte voor nieuwe informatie.

Toepassing bij honden: trainen onder het stressniveau

Zo werkt dat ook bij honden. Iets leren als ze onder hoge spanning staan is bijna altijd onmogelijk. Daar sta je dan met je worstje in je hand om zijn goede gedrag te belonen als ze angstig of reactief zijn naar bezoek, fietsers, andere honden of noem maar op. Ze gaan zo op in hun angst of agressie dat ze onbereikbaar zijn geworden en dat lekkere worstje waar ze normaal een moord voordoen wordt compleet genegeerd. Ze willen vechten of vluchten of soms bevriezen en net doen of ze er even niet meer zijn. In ons eerste impuls zouden we ze corrigeren in geval van agressie, dwingen iets toch te doen in geval van angst en er overheen walsen en toch proberen af te dwingen als ze verstijfd in een hoekje zitten. Maar als je dan het vlucht- of vechtsysteem in overweging neemt, merk je dat de hond er niks van heeft geleerd in een volgende situatie. De volgende keer in dezelfde situaties zou hij weer reageren vanuit zijn reptielenbrein en wellicht zelfs sneller en heftiger omdat de vorige keer de situatie door de dwang nog stressvoller is geworden.

Nog even weer terug naar de situatie spin. De spin is op de vloer beland en ik heb er een glas overheen gezet zodat we wat meer controle over de situatie hebben. Wij zijn samen op een voor jou gevoel veilige afstand gaan staan en bekijken dat glas van een afstandje. Je stress begint te zakken en er komt weer ruimte voor een gesprek. Je kan weer een beetje normaal redeneren en merkt dat die spin echt geen kant op kan. Ze zouden het op dat moment zelfs over worteltrekken kunnen hebben. We staan daar zo een beetje te gluren en ik vraag je of je een stapje dichterbij durft te gaan. Dat durf je wel. 1 stapje is genoeg vindt je en je staat er ontspannen bij. Ik geef je een euro voor je lef! Ik vraag je of je nog een stapje dichterbij zou durven, maar laat de keus bij jou. Want ja ik heb er niks aan als jij weer in paniek schiet en wellicht dat glaasje omloopt en de hele sotemekraam weer opnieuw begint. Je durft nog een stap en weer geef ik je een euro. Je begint te lachen want die euro is makkelijk verdient, dat ruikt op zich wel naar meer. We nemen nog een stap en ineens bekruipt je dat gevoel van angst weer. Je staat op het randje om weer in je reptielenbrein te schieten. We nemen gauw weer een beetje afstand en de situatie kalmeert meer. Ik geef je een euro voor je ontspannen gedrag en we blijven daar voor deze keer rustig staan, praten wat, kijken wat en af en toe geef ik je een euro. Daarna haal ik de spin voor je weg en zet hem buiten. Mooi denk jij, die is weg maar ik heb er flink aan verdiend dat die spin daar was. Zo op afstand was die spin dan ook best prima. De volgende keer zetten we gelijk een glas over de spin en dan is de situatie voor jou prima. Vanuit daar maken we elke keer als je komt kleine stapjes en houden we jouw tempo aan, verdien je euro’s en verandert heel langzaam je gevoel ten opzichte van spinnen. Want voor jou betekent die spin dat ik rekening houd met je kunnen (we werken onder jouw stressniveau), en je er ook nog een mooi zakcentje aan overhoudt. Dubbel positief! Net zo lang totdat jij spinnen in dezelfde ruimte wel oké vindt en misschien zelfs wel denkt ‘oooh kom maar op met die spin, die ken ik nu wel’. Ik denk dat iedereen zich dan wel voor kan stellen hoe je dit om kan zetten naar het trainen van je hond in moeilijke situaties. Het betekent dat je rekening houdt met zijn of haar kunnen. Dat je altijd werkt onder zijn stressniveau zodat hij niet meer in die fight of flight modus hoeft te schieten, want daar heb je geleerd dat hij onbereikbaar wordt voor welk leerproces dan ook.

Kleine stapjes en counter conditioneren

Dat betekent ook dat je moeilijke dingen in kleinere stapjes moet gaan oefenen en er pas een stapje bij doet als hij de voorgaande stap echt goed beheerst. Bij honden is afstand meestal de key tot meer rust. Bij de ene hond zal dat wellicht op 3 meter zijn maar bij de ander kan dit wel 10-20-30 meter zijn. Op welke afstand is je hond ontspannen? Dat is het startpunt van je training. Wees creatief in het in stukjes hakken van je oefening. Werkt het 1 niet, kijk of je iets anders kan vinden wat voor jouw hond wel werkt. Zolang je maar werkt onder stressniveau.

Heb je zijn punt van ontspannen gevonden, ga je dat bekrachtigen met iets wat hij heel lekker of leuk vindt. We noemen dat counter conditioneren. We koppelen een fijn gevoel met iets wat hij heel lekker of leuk vindt aan iets op die afstand dat hij het handelen kan. Het idee achter counter conditioneren is dat hij leert koppelen dat een voorheen vervelende situatie ineens niet meer zo vervelend is omdat er én iets leuks aan gekoppeld wordt en hij geen stress ervaart. Zodat hij uiteindelijk bij het zien van datgene wat hij eerder moeilijk vond denkt ‘Jackpot! Dit is leuk’!

Bijna altijd is verbetering mogelijk

Als je je aan deze ‘trainingsregels’ houdt zal je merken dat er absoluut mogelijkheden zijn om ongewenst gedrag om te zetten naar gewenst gedrag. Dat bijna elk ongewenst gedrag in elk geval iets te verbeteren valt. Dat er meestal nog wel meer stappen vooruit te behalen zijn.

Maar ook honden hebben, net als mensen, een plafond in hun kunnen en flexibiliteit, zo eerlijk moeten we ook zijn. Niet altijd is alles op te lossen, soms moet je genoegen nemen met alleen die kleine verbetering en soms ook met geen verbetering en is dit wat het is. Dan heb je altijd nog de jampot die je om je hond kan zetten zodat je de situaties die voor hem lastig zijn kan managen.
Maar eerlijk is eerlijk, de groep honden waar geen enkele verbetering te behalen valt is een zeer kleine groep.

 

Behave hondenschool,

Esther Platell
https://behavehondentraining.com

Introductie hond bij kat

Als je al een kat hebt en je wil er een hond bij, wat doe je dan? Zet de dieren in elk geval niet zomaar bij elkaar. Dit gaat veel te snel: de kans op een goed verlopen introductie is dan klein.

Rustig opbouwen

Om te voorkomen dat de hond op de kat afvliegt en/of de kat angstig naar boven rent, ga je de introductie rustig opbouwen. De volgende punten kunnen je hierbij helpen:

Zet de kat in eerste instantie op een aparte kamer. Doe dit al regelmatig in de week voorafgaande aan de komst van de nieuwe hond/pup, zodat de kat hieraan kan wennen. Dit zorgt ervoor dat als de hond komt, je de mogelijkheid hebt de kat even weg te zetten zonder dat dit stress geeft. De kat is immers al aan die ruimte gewend. Mogelijk heb je al een aparte kamer waar de katten graag komen: dan is deze plaats zeer geschikt.

Er moet uiteraard wel water, voer, een krabpaal, slaapplek en kattenbak(ken) op deze kamer te
staan. Wil je kat niet op één kamer? Geef hem/haar dan een eigen verdieping maar zorg er ten alle tijden voor dat ze elkaar niet per ongeluk tegen kunnen komen op de gang o.i.d. Als de hond komt, ruikt deze de geuren van jouw kat.

Hierdoor weet hij dat er een kat is. Laat de kat echter nog niet aan de hond zien. Geuren uitwisselen is voor dieren erg belangrijk. Je kan hier gebruik van maken door met een handdoek met de geur van het ene dier achter te laten in de ruimte van het andere dier, en visa versa. Zo wennen ze alvast aan elkaars geur.

Dit kun je ook al doen voordat de hond in huis komt: je wrijft dan met een handdoek over de kat en laat deze achter bij de fokker of vorige eigenaar van de hond. Wrijf ook de hond in met een handdoek en laat deze thuis al aan je kat ruiken. Als de hond gewend is aan de luchtjes en zijn nieuwe omgeving en de kat ontspannen is, kunnen ze elkaar voorzichtig ontmoeten. De hond zet je in zijn bench en je laat de kat zelf de kamer in komen. Je hoeft alleen de deur van de kat zijn/haar kamer open te zetten. Doe dit bij voorkeur op een tijdstip waarop je hond normaal al wat rustiger is, bijvoorbeeld na het uitlaten en/of spelen. Als de kat in de kamer komt kun je hem/haar belonen door wat lekkers te geven of te spelen, kijk daarbij naar wat voor je kat echt een beloning is. Als de hond wakker is en er ook rustig onder blijft kun je die ook belonen. Ze hoeven niet naast elkaar te eten of te staan, dit kan juist weer bedreigend zijn voor de kat. Maar een kleine beloning koppelt iets positiefs aan de situatie. Pak je kat niet op of aai niet als hij/zij dat niet wil, dat kan weer een negatieve ervaring zijn. Maak er een korte ontmoeting van, stop op het hoogte punt zodat de ontmoetingen positief blijven.

Breng (bij voorkeur: lok) de kat weer uit de kamer waar de hond is. Herhaal deze stap tot de kat ontspannen is in de hond zijn bijzijn. De volgende stap is de hond uit de bench. Lijn de hond wel aan zodat hij niet per ongeluk de kans heeft op tegen de kat uit te vallen of er juist enthousiast naar toe te rennen. De kat en hond zijn nu al wel wat gewend aan elkaars bijzijn, je kunt de kat oppakken (als hij/zij dat goed vindt) en op een hoge plek zetten, bijvoorbeeld: hond ligt aangelijnd naast de bank en kat zit veilig hoog op de eettafel. Katten voelen zich veiliger vanaf een leefruimte mogelijkheden heeft om de hoogte op te zoeken. Bij dit bezoek geldt hetzelfde: maak er een korte ontmoeting van, stop op het hoogte punt zodat de ontmoetingen positief blijven. Tijdens de ontmoeting kun je de hond bijvoorbeeld iets te doen geven, zoals een bot of Kong gevuld met wat lekkers.

→ Zo heeft de hond niet per se alle aandacht gericht op de kat. Als de kat gewenst gedrag vertoont kun je hem/haar ook belonen. Als bij deze stap beide partijen gewenst gedrag vertonen in elkaars bijzijn (bijv.: niet grommen, blazen, eigen ding doen, rustig blijven) dan kun je de hond van de lijn halen. Doe daarbij hetzelfde als de vorige stap: zet de kat in eerste instantie hoog weg en laat hem/haar daarna zijn eigen weg gaan, maak er een korte ontmoeting van, stop op het hoogte punt zodat de ontmoetingen positief blijven. Tijdens de ontmoeting kun je de hond bijvoorbeeld iets te doen geven, zoals een bot of Kong gevuld met wat lekkers. Tijdens bovenstaande stappen gaat de kat na de ontmoeting weer naar zijn/haar eigen plekje toe. Ze blijven dus niet samen alleen. Na de laatste stap kunnen ze als het goed is zonder problemen samen in één ruimte zijn. De tijd van die ontmoetingen kun je nu steeds wat verlengen maar ze mogen nog niet zonder toezicht bij elkaar blijven.

Bijvoorbeeld na het eten (ook van de hond en kat) zet je de deuren open en kunnen ze gaan en staan waar ze willen. Ga je naar bed dan worden ze weer gescheiden. Deze tijd verleng je als alles goed gaat. Soms is het beter om de kat en hond sowieso gescheiden te houden op momenten dat je er niet bent (op het werk). Dit kan een kat veel rust geven en op momenten dat ze wel samen kunnen (eigen keuze!) heeft de kat genoeg energie om met de hond/puppy om te gaan. Wat ook erg belangrijk is: laat de hond en kat apart eten! Katten willen tijdens het eten het liefst rust, dus
zorg dat het etensbakje op een plek staat waar de hond niet bij kan, bijvoorbeeld op zijn/haar eigen kamer. Dit geldt ook voor de drinkbak, kattenbak en slaapplek.

Let op:

Een (oudere) kat aan een puppy wennen of een hond die nog helemaal geen katten gewend is zal waarschijnlijk langer duren dan als de hond/kat al gewend is aan de andere soort. Je kan met een introductie nooit te langzaam gaan, wel te snel. Kijk naar de kat zijn lichaamstaal (zie hand-out Lichaamstaal van de kat & Herkennen van stress) en zorg dat hij/zij zich veilig voelt.
Zorg - ook als je weg bent en de dieren in een ruimte samen kunnen zijn - dat er altijd een vluchtroute is voor de kat. Katten mijden het liefst confrontaties en zullen liever vluchten dan aanvallen. Als ze niet kunnen vluchten, zullen ze echter niet schromen de aanval te kiezen.
Mochten er nog vragen zijn over bovenstaande informatie of heb je een specifieke situatie waar je hulp bij nodig hebt? Neem dan contact met op met een gediplomeerd Kattengedragstherapeut.

Veelgestelde vragen

Wanneer iemand interesse heeft in het adopteren van een hondje van RPC, wordt er gevraagd het adoptie formulier via de website in te vullen. Op deze manier verkrijgen we de benodigde informatie en kunnen we beoordelen of wij het een geschikte plek vinden voor de betreffende hond.

Nadat het formulier is ingevuld, neemt een vrijwilliger contact op en worden er aanvullende vragen gesteld. Deze ‘screening’ doen we zorgvuldig om tot de perfecte match tussen baasje en hond te komen en om een eventuele herplaatsing te voorkomen.

RPC is kritisch in het beoordelen of honden geschikt zijn voor adoptie. Indien een hond in onze ogen geschikt is voor adoptie, wordt er gekeken of we denken dat een hond ook geschikt is voor adoptie buiten het eiland. RPC is van mening dat niet alle honden gelukkig worden in Europa of Amerika. Dit kan verschillende redenen hebben. Aspecten waar we naar kijken zijn bijvoorbeeld; is de hond angstig of sociaal, kan de hond tot een zekere hoogte aan de riem lopen, kan de hond in een bench de lange reis maken.

Dit is een globale regel;

• Eerste drie dagen is de hond moe en slaapt de hond veel. Geef de hond dus rust!

• Na drie weken begint de hond rustig aan te settelen.

• Na drie maanden is de hond gesetteld en voelt de hond zich thuis.

Dit is een algemene regel. Elke hond is natuurlijk anders. De één zal er sneller over doen dan de ander. Laat de hond het tempo aangeven. Wordt het de hond allemaal even te veel, doe dan een stapje terug. In het begin is het belangrijk om een basis te leggen, hier heb je later heel veel plezier van!

Op basis van ervaring wordt er een inschatting gemaakt over hoe groot een pup gaat worden. Maar we kunnen hier geen garantie op geven.

Het is voor ons onbekend wat voor ras de honden zijn. De honden zijn mixen. In de ene hond zie je duidelijker bepaalde karakter trekken van een bepaald ras dan in andere.

De mix in de Curaçaose honden wordt ook wel de verzamelnaam “Westpointer” gegeven.

Curaçao is prikkelarmer dan Nederland. Op Curaçao zijn er nauwelijks fietsers, motoren, steps, fatbikes of scooters. Er is geen wandelcultuur. De honden leven vooral buiten en er wordt geen drie keer per dag met de honden gewandeld.

In Nederland zal veel nieuw zijn voor de hond; er zijn meer mensen op straat, er is meer verkeer, er zijn nieuwe geluiden zoals van de trein en de fiets en er is natuurlijk sprake van een compleet ander klimaat.

De honden op Curaçao worden geen 3x per dag uitgelaten. Het wandelen aan de lijn wordt veelal alleen gedaan zodat de hond bekend wordt met aan de riem wandelen. De hond is vaak nog niet gewend aan de riem te plassen of poepen.

Het kan dus even duren voordat een hond in Nederland zijn of haar boodschap aan de riem doet. De hond ziet en ruikt veel nieuwe dingen, waardoor het te spannend kan zijn of de focus ontbreekt en aan de riem plassen en poepen nog niet lukt.

De hond moet leren dat het de bedoeling is zijn of haar behoefte tijdens het uitlaten te doen. Probeer telkens hetzelfde rondje te lopen, zodat de hond gewend raakt aan de route en de buurt, en dus minder snel afgeleid raakt.

De adoptie kosten zijn €450.

Dit is een totaal prijs tot aan adoptie.

In deze kosten zit het volgende inbegrepen;

  • Medische aspecten zoals; dierenartsbezoeken, minimaal 1 bloedtest en vaccinatie, behandeling tegen vlooien, wormen en teken, en indien van toepassing de castratie/sterilisatie en een hartworm test,
  • Gezondheidsverklaring en de benodigde papieren om te mogen reizen
  • Vlucht met TUI of CORENDON
  • Consult met een gedragdsdeskundige (indien gewenst)
  • De reisbench

De hond heeft geen Europees paspoort. Curaçao behoort niet tot de EU, en het is daarom niet mogelijk om op Curacao een Europees paspoort te verkrijgen.

De hond heeft een gezondheidsverklaring, een vaccinatieboekje en de benodigde reispapieren van de Veterinairedienst.

De hond moet minimaal 15 weken oud zijn voordat hij of zij mag vliegen. Met 12 weken mag de Rabies vaccinatie gezet worden, mits de pup gezond is. 21 dagen daarna mag de hond op zijn vroegst vliegen.

Verder wordt er een bloed test uitgevoerd om te kijken of de hond gezond is. Indien de hond gezond is, kan er gezocht worden naar een beschikbare vlucht.

Alle honden die naar Nederland vliegen zijn medisch gecheckt.

  • Honden van een jaar of ouder hebben een hartworm test gehad
  • Al onze honden hebben bloedonderzoek gehad
  • Ze zijn ontwormd en behandeld tegen vlooien en teken.
  • Ze hebben minimaal één vaccinatie gehad
  • Ze hebben een chip en Rabies vaccinatie gehad

Karpattenziekte (Ehrlichia);

Op Curaçao komen veel teken voor, andere dan bijvoorbeeld in Nederland. De honden leven vaak op straat of zijn gedumpt en hebben geen behandeling tegen teken gehad. De honden zijn dus vaak niet beschermd geweest tegen teken. Daardoor is de kans op Karpattenziekte aanwezig.

Karpattenziekte wordt geconstateerd door middel van een bloedonderzoek. Indien Karpattenziekte is geconstateerd, wordt er een antibioticakuur gestart.

Nadat een hond behandeld is en genezen is verklaard, hoeft de ziekte nooit meer tot uiting te komen, maar het kan wel. Mocht het terug komen, moet het opnieuw behandeld worden.

Giardia en Coccidiose;

Dit is een parasiet in de darmen. Ontlasting is dun en slijmerig en het stinkt. Giardia & Coccidiose zijn behandelbaar met medicatie, de behandeling duurt een aantal dagen

Helaas is het niet uit te sluiten dat de hond in de toekomst niet ziek zal worden of iets gaat mankeren, het blijven immers levende wezens. Garanties vallen daar niet over te geven, zoals bij geen enkele hond.

  • De honden worden gecheckt door een dierenarts
  • Ze krijgen vaccinaties
  • Worden getest op hartworm (indien van toepassing)
  • Krijgen een bloedtest
  • Worden behandeld tegen teken, vlooien en wormen

De honden worden dus gecheckt en behandeld, maar garanties over de toekomst kunnen wij niet geven.

Door de vliegreis en alle veranderingen hebben de honden veel stress te verduren gehad. Dit heeft effect op het afweersysteem. De weerstand van de hond kan minder zijn. Houdt daarom de hond goed in de gaten.

Diarree kan veroorzaakt worden door de stress van het vliegen, de nieuwe omgeving en de verandering van voer.

Door het klimaatverschil kan de hond last van jeuk krijgen. De hond heeft nog niet de vacht en het vet voor ons klimaat. De huid wordt droog en kan gaan jeuken. Door een scheutje zalmolie of wat schapenvet door het voer te doen kan dit verholpen worden. Je kunt na korte tijd verbetering verwachten.

De lucht in het vliegtuig is droog en de hond krijgt geen water tijdens de reis. Dit kan er toe leiden dat de hond een kuchje aan de vlucht overhoudt. Uiteraard hoeft dit niet het geval te zijn, maar het kan daaruit voortkomen.

De hond gaat van een bekende omgeving, naar een vreemd huis waar alles anders is.  Het kan zijn dat de hond het de eerste

dagen/weken lastig vindt om alleen te slapen. Zorg ervoor dat je de hond de tijd en de ruimte geeft.

De hond vindt het fijn om dicht bij je te zijn. Jouw aanwezigheid, warmte en ademhaling maken de hond rustig waardoor de hond goed kan slapen.

Je kunt de hond op de slaapkamer laten slapen. Wil je dit niet? Dan is het advies om de eerste nachten op de bank te slapen, bij de hond.

Wanneer dit goed gaat gaat kun je dit langzaam afbouwen.

Het advies is om in 1 keer over te stappen naar het voer dat jij wilt geven.

Door de vlucht, stress, verandering van klimaat etc. kan de hond al last van zijn of haar buik krijgen. Goed om dan ook over te stappen naar het voer dat jij wil geven.

Wij raden het anti ontsnappingstuigje aan, van bijvoorbeeld Wikkies! Dit tuigje heeft een extra band om de buik, waardoor de hond zich niet los kan wurmen.

Fietsen, brommers, bussen, winkelwagentjes of vuurwerk kunnen ervoor zorgen dat de hond schrikt en weg wil rennen. Daarom goed om een anti ontsnappingstuigje aan te schaffen.

Later, wanneer je een band hebt opgebouwd met de hond en de hond vertrouwd is in de omgeving kun je verder kijken naar een halsband of ander soort tuigje.

Verder is het advies om een “gewone” riem te gebruiken en geen flexi lijn. Als je deze laat vallen, stuitert hij achter de hond aan waardoor deze schrikt en de kans bestaat dat hij of zij er vandoor gaat.

In het adoptie contract staat dat de hond niet naar een asiel gebracht mag worden, en dat eventuele herplaatsing in overleg gaat met RPC.

Voordat de hond eventueel herplaatst wordt, moet er een traject doorlopen worden met een gedragsdeskundige om te kijken of het echt nodig is dat de hond herplaatst wordt.

indien de hond herplaatst moet worden, zullen we op zoek gaan naar een nieuw huisje voor de hond. De herplaatsing gebeurt vanuit het adoptie adres zodat de hond geen extra tussenstap heeft in een ander huis.

Ja dat kan zeker, hier is zelfs een speciale Facebookpagina voor gemaakt! Klik hier om naar deze pagina te gaan.

Het is bij adopties in Europa, Amerika en Canada niet mogelijk om twee honden tegelijkertijd te adopteren. Er moet minimaal een aantal maanden zitten tussen de komst van de twee honden. Hoeveel maanden gaat in overleg met de stichting.

Dit is mogelijk, mits er minimaal een half jaar verschil in leeftijd is tussen de twee honden. Idealiter is minimaal 1 van de twee honden twee jaar of ouder.

Dit kan, mits de honden ouder dan twee jaar zijn.
Het is belangrijk dat de honden een tijd uit elkaar zijn geweest. Ook is het belangrijk dat de eigenaren bereidt zijn om apart met de honden te gaan wandelen etc.

Het is niet mogelijk om twee pups (uit hetzelfde nest) te adopteren. Niet in Europa, Canada en Amerika, maar ook niet op het eiland.